Renovatieplicht
Toepassingsgebied
Overdracht
Authentieke akte bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen of overdragen van een opstalrecht of het vestigen of overdragen van een erfpacht.1
Renovatieplicht bij schenking
Van toepassing bij schenking (deel in volle eigendom). Indien schenking beperkt tot naakte eigendom is de renovatieplicht niet van toepassing.
Bij schenking van een goed dat was aangekocht en waarbij renovatieplicht van toepassing was, gaat deze verplichting over.
Afstand / Inbreng
EOT
Als er in het kader van echtscheiding of de beëindiging van een al dan niet wettelijke samenwoning een notariële overdracht in volle eigendom van een deel van die volle eigendom plaatsvindt tussen natuurlijke personen die allen reeds eigenaar zijn van het residentieel gebouw en waarbij minstens een van hen daar zijn hoofdverblijfplaats heeft en behoudt, dan is er geen verplichting.
Als een notariële overdracht in volle eigendom van een deel van die volle eigendom plaatsvindt tussen natuurlijke personen die allen reeds eigenaar zijn van één residentieel gebouw in kwestie, en waarbij minstens een van hen daar zijn hoofdverblijfplaats heeft en behoudt, dan is er geen verplichting, vermeld in het eerste lid.2
Administratieve tolerantie VEKA: ook een inbreng in huwelijksgemeenschap valt onder deze uitzondering, als aan de voorwaarden voldaan is:
- de natuurlijk personen die inbrengen waren beiden reeds eigenaar van het goed
- het goed wordt voor en na de inbreng als hoofdverblijfplaats gebruikt
Bij declaratieve verdelingen geen overdracht dus geen verplichting.
Opeenvolgende overdrachten (doorverkoop)
Bij notariele overdracht in volle eigendom, of vestigen van een opstalrecht of erfpacht wordt, gaat de verplichting over op de nieuwe eigenaar of de erfpachter of opstalhouder, om binnen de nog resterende termijn te voldoen aan het minimaal energieprestatieniveau dat gehaald moest worden. Indien het te behalen minimaal energieprestatieniveau sindsdien werd verstrengd: bijkomend de verplichting om binnen een gestelde termijn na het verlijden van de authentieke akte aan dat verstrengde minimaal energieprestatieniveau te voldoen.
Fusie, splitsing en overname
Geen verplichting, wel overname van eventuele bestaande verplichtingen3.
Overlijden
Geen verplichting bij overlijden. Verplichting gaat wel over op erfgenamen indien deze reeds bestond:
Het residentieel gebouw of niet-residentieel gebouw of de niet-residentiële gebouweenheid wordt geërfd, dan gaat de verplichting over op de erfgenaam of legataris. De erfgenaam of de legataris moet dan binnen de resterende termijn voldoen aan het minimaal energieprestatieniveau dat de erflater diende te halen.4
In overeenkomst
Artikel 11.2/2.1 Energiedecreet: Vermelden dat voor het residentieel gebouw of het niet-residentieel gebouw of de niet-residentiële gebouweenheid verplichtingen gelden als vermeld in paragraaf 1, artikel 11.2/2.1 Energiedecreet.
In akte
Vermelden welke verplichtingen, als vermeld in paragraaf 1, artikel 11.2/2.1 Energiedecreet, gelden voor het residentieel gebouw of het niet-residentieel gebouw of de niet-residentiële gebouweenheid.
Verplichtingen
In veel gevallen zal het onduidelijk zijn aan welke eisen reeds is voldaan (vooral bij niet-residentieel). Best verwijzen naar een energiedeskundige.
Om de bestemming te bepalen wordt gekeken naar de hoofdbestemming op ogenblik van de overdracht. Bijkomende verplichtingen mogelijk bij wijziging bestemming na overdracht.
Voor een gebouweenheid die bestaat uit verschillende gebouwdelen met een verschillende bestemming, wordt de hoofdbestemming van de gebouweenheid bepaald op basis van de totale bruikbare vloeroppervlakte die ingenomen is door elke bestemming in de gebouweenheid. Als gebouwdelen met de bestemming industrie meer dan 70% van de bruikbare vloeroppervlakte innemen, is de hoofdbestemming industrie. In alle andere gevallen wordt de hoofdbestemming gelijkgesteld aan de bestemming van de gebouwdelen met een andere bestemming dan industrie die de grootste bruikbare vloeroppervlakte beslaan. Als er geen grootste bruikbare vloeroppervlakte bepaald kan worden, is de hoofdbestemming niet residentieel.
Voorbeeld
Handelswoning:
- 2 eenheden: verplichtingen bekijken per eenheid.
- Geen aparte eenehid (bijvoorbeeld woning achter handelszaak zonder aparte ingang): kijken naar hoofdbestemming.
Garage: is een opslagplaats voor niet-industrieel gebruik, uitgesloten. Geen renovatieplicht van toepassing.
Niet residentieel
- als voor dakisolatie de minimale R-waarde van 0,75 m2K/W niet gehaald wordt op de datum van het verlijden van de authentieke akte, wordt dakisolatie met een maximale U-waarde van 0,24 W/m2K geplaatst;
- aanwezig enkel glas wordt vervangen door beglazing met een maximale U-waarde 1 W/m2K;
- aanwezige centrale warmteopwekkers die deel uitmaken van een installatie voor ruimteverwarming die ouder dan vijftien jaar zijn op de datum van het verlijden van de authentieke akte, worden vervangen door een nieuwe warmteopwekker, tenzij kan worden aangetoond dat de installatie voor ruimteverwarming aan de minimale installatie-eisen voor renovatie, zoals beschreven in Bijlage XII van dit besluit, voldoet. Als er een aardgasnet aanwezig is in de straat, mag daarbij geen nieuwe stookolieketel geplaatst worden.
- koelinstallaties die ouder zijn dan vijftien jaar op de datum van het verlijden van de authentieke akte en gebruik maken van koelmiddelen op basis van ozonlaagafbrekende stoffen, zoals omschreven in titel II, hoofdstuk 1.1, artikel 1.1.2 van het VLAREM of gebruik maken van koelmiddelen met een GWP-waarde van minstens 2500, berekend volgens de methodiek vastgelegd in bijlagen I, II en IV van EU-verordening 517/2014, worden verplicht vervangen door koelinstallaties die geen gebruik maken van dergelijke koelmiddelen.
Niet-residentiële eenheden die deel uitmaken van een groter gebouw waarbij niet alle eenheden worden overgedragen, voldoen alleen voor de individuele onderdelen van die eenheid aan de verplichtingen, vermeld in het eerste lid. Verschillende niet-residentiële eenheden die samen een niet-residentieel gebouw vormen en waarbij het gebouw in totaliteit wordt overgedragen, voldoen voor alle onderdelen aan de verplichtingen, vermeld in het eerste lid.
Binnen vijf jaar vanaf de datum van de authentieke akte over een nieuw energieprestatiecertificaat.
Bijkomend, zie 9.3.1 voor verplichtingen label en ook aandeel hernieuwbare energie in bepaalde gevallen.
Vrijstellingen niet residentieel
Vrijstelling voor sloop, bepaalde uitzonderingen voor niet-residentieel gebouw dat een beschermd monument is, deel uitmaakt van een beschermd cultuurhistorisch landschap, stads- of dorpsgezicht of voorkomt op de inventaris van bouwkundig erfgoed.5
Zonnepanelen: Vestigen of overdragen van een opstalrecht of erfpacht op het dak is vrijgesteld6.
Residentieel7
- de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2023: label D;
- de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2028:
- label C in geval van eengezinswoningen en collectieve woongebouwen;
- label C in geval van een appartement;
- de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2035:
- label B in geval van eengezinswoningen en collectieve woongebouwen;
- label C in geval van een appartement;
- de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2040:
- label A in geval van eengezinswoningen en collectieve woongebouwen;
- label B in geval van een appartement;
- de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2045:
- label A in geval van eengezinswoningen en collectieve woongebouwen;
- label A in geval van een appartement.
Binnen vijf jaar vanaf de datum van de authentieke akte over een nieuw energieprestatiecertificaat.
Vrijstellingen residentieel
Idem (niet-residentieel)8.
Definities
Zie epc.
Wetgeving
Artikel 9.3.2 energiebesluit:
In afwijking van artikel 9.3.1 zijn niet-residentiële gebouwen die binnen vijf jaar na de notariële overdracht in volle eigendom of na de vestiging of overdracht van de erfpacht of de vestiging of overdracht van het opstalrecht worden gesloopt vrijgesteld van de renovatieverplichting, vermeld in artikel 9.3.1.
In afwijking van artikel 9.3.1 is een niet-residentieel gebouw dat een beschermd monument is, deel uitmaakt van een beschermd cultuurhistorisch landschap, stads- of dorpsgezicht of voorkomt op de inventaris van bouwkundig erfgoed, vrijgesteld van de verplichtingen vermeld in artikel 9.3.1, paragraaf 1, 1° en 2° voor de schildelen van het gebouw waarop de bescherming rust en de verplichtingen vermeld in artikel 9.3.1, paragraaf 2 en paragraaf 4.
In afwijking van artikel 9.3.1 is het vestigen of overdragen van een opstalrecht of erfpacht op het dak van een niet-residentieel gebouw vrijgesteld van de renovatieverplichting, vermeld in artikel 9.3.1.
In afwijking van artikel 9.3.1 kan de minister voorzien in een vrijstelling van de renovatieverplichting voor niet-residentiële tijdelijke verplaatsbare constructies die niet op permanente wijze met de grond verankerd zijn. De minister kan hierbij een onderscheid maken naargelang het type van verplaatsbare constructie.
De minister kan nadere regels vaststellen over de wijze waarop aangetoond wordt dat het niet-residentiële gebouw onder de uitzonderingen, vermeld in het eerste eerste tot en met vierde lid valt.