Skip to main content

Energieprestatie

EPC

Toepassingsgebied

Een EPC is thans nodig voor elke notariële overdracht in volle eigendom, alsook de vestiging van een erfpacht- en opstalrecht. Ook bij fusies, splitsingen en translatieve verdelingen is een EPC vereist. Er is geen EPC nodig bij overdrachten van erfpacht en opstal. Rekening houdende met de formulering "in volle eigendom" neem ik aan dat bij schenking van de blote eigendom ook geen EPC vereist is.

kleine gebouweenheden

Voor gebouweenheden met een totale bruikbare vloeroppervlakte van minder dan 50 m² die gelegen zijn in een industrieel gebouw (of landbouwgebouw) moet geen EPC kleine niet-residentiële gebouwen moet worden opgemaakt (renovatieverplichting wel van toepassing). (Artikel 9.2.7/1, §2, vierde lid Energiebesluit)

EPC bij schenking

Bij schenkingen is ook een EPC vereist, doch enkel bij (gedeeltelijke) schenking van de volle eigendom. Geen EPC vereist bij schenking blote eigendom.

Varia

Vallen onder de EPC-plicht:

  • Translatieve verdelingen
  • Schenkingen
  • Inbreng in vennootschap of huwelijksvermogen
  • Fusie of splitsing (waarbij het geen verschil uitmaakt of het voorstel dateert van voor 1 mei 2023, gezien de authentieke akte het spilmoment is voor de inwerkingtreding)
  • Onverdeelde overdrachten, voor zover het uiteraard om de volle eigendom gaat (bv. de overdracht van een onverdeeld aandeel op een woning)

Vallen niet onder de EPC-plicht:

  • Declaratieve verdelingen (er is geen “overdracht”)
  • Overdracht erfpacht en opstal (dit in tegenstelling tot de renovatieplicht)
  • Beëindiging erfpacht en opstal
  • Vestiging, overdracht en beëindiging vruchtgebruik

In overeenkomst 1

Residentieel en niet-residentieel:

  • er voor het gebouw een geldig energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen bestaat
  • of de tegenpartij ervan op de hoogte wordt gebracht.

In akte

Residentieel en niet-residentieel:

  • de verklaring van de eigenaar en de tegenpartij of hun gemandateerden op of de tegenpartij voor het verlijden van de authentieke akte op de hoogte is gebracht van het bestaan en de inhoud van het geldige energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen
  • of het energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen aan de tegenpartij ter beschikking is gesteld
  • de datum en de unieke code van het geldige energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen

Geen geldig EPC? Meedelen aan VEKA2 (geen gebeuren via app op eNotariaat).

Wetgeving

Wetgeving

Geldigheid EPC

Het energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen heeft een geldigheidsduur van tien jaar. Die periode vangt aan op de datum van de opmaak van het energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen. Indien gedurende de geldigheidsduur van een energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen voor hetzelfde gebouw of dezelfde gebouweenheid echter een nieuw energieprestatiecertificaat wordt opgemaakt, of indien het gebouw of die gebouweenheid van functie verandert, dan heeft dit als gevolg dat de resterende geldigheidsduur van het bestaande energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen komt te vervallen.

Het energieprestatiecertificaat grote niet-residentiële gebouwen heeft een geldigheidsduur van vijf jaar. Die periode vangt aan op de datum van de opmaak van het energieprestatiecertificaat grote niet-residentiële gebouwen. Indien gedurende de geldigheidsduur van een energieprestatiecertificaat grote niet-residentiële gebouwen voor hetzelfde gebouw of dezelfde gebouweenheid echter een nieuw energieprestatiecertificaat wordt opgemaakt, of indien het gebouw of die gebouweenheid van functie verandert, dan heeft dit als gevolg dat de resterende geldigheidsduur van het bestaande energieprestatiecertificaat grote niet-residentiële gebouwen komt te vervallen.

EPC bij illegaal opgesplitste woningen

Soms kan niet voor elke wooneenheid een EPC worden opgemaakt (geen officieel adres). Indien 1 EPC voor meerdere woongelegenheden of gehele gebouw: steeds melding doen bij VEKA.

EPB

Geldigheid EPB

Residentiële bestemming: 10 jaar geldig (EPW-eenheid).

Niet- residentiële bestemming: 5 jaar geldig❗ (ongeachte kleine of grote niet residentiële eenheden) (EPN-eenheid).

De geldigheidsduur van een energieprestatiecertificaat bouw begint te lopen zodra een van de volgende voorwaarde is vervuld:

  1. de ingebruikname van het gebouw;
  2. het beëindigen van de vergunnings- of meldingsplichtige werken of handelingen;
  3. vijf jaar na het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of na het neerleggen van de melding;
  4. de datum waarop de EPB-aangifte is ingediend. Indien gedurende de geldigheidsduur van een energieprestatiecertificaat bouw voor hetzelfde gebouw of dezelfde gebouweenheid echter een nieuw energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen of een nieuw energieprestatiecertificaat grote niet-residentiële gebouwen of een nieuw energieprestatiecertificaat kleine niet-residentiële gebouwen wordt opgemaakt, dan heeft dit als gevolg dat de resterende geldigheidsduur van het bestaande energieprestatiecertificaat bouw komt te vervallen.

EPB aangifte

Binnen 5 jaar na datum afleveren vergunning. Artikel 11.1.8 Energiedecreet.

Overname EPB aangifteplicht

Bij overdracht van goed waarop de EPB aangifteplicht nog rust, opnemen in akte (steeds nakijken: 11.1.9 Energiedecreet).

Bij een overeenkomst tussen een promotor-bouwheer en een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, en die tot doel heeft een gebouw te verkopen, te bouwen of te verbouwen, de promotor-bouwheer altijd de aangifteplichtige, tenzij aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

  1. in de authentieke akte wordt vermeld dat de aangifteplicht wordt overgedragen en aan wie;
  2. bij de authentieke akte wordt een tussentijds verslag overgedragen dat opgemaakt is door de verslaggever die door de promotor-bouwheer is aangesteld, en dat is ondertekend door de verslaggever, de promotor-bouwheer en de nieuwe aangifteplichtige. In het tussentijdse verslag worden alle maatregelen die uitgevoerd zijn of die uitgevoerd moeten worden om aan de EPB-eisen te voldoen, opgesomd en wordt vermeld wie voor de uitvoering van de verschillende maatregelen zal instaan;
  3. de promotor-bouwheer stelt na de beëindiging van de werken de nodige gegevens van de door hem of in zijn opdracht uitgevoerde werken, ter beschikking van de aangifteplichtige met het oog op het opstellen van de definitieve EPB-aangifte.

EPC gemene delen

Nog aan te vullen. Geen notariële verplichtingen bij overdracht.

Definities3

Gebouweenheid

De kleinste eenheid binnen een gebouw die voldoet aan al de volgende voorwaarden:

  • geschikt zijn voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden of een gemeenschappelijk deel zijn;
  • ontsloten worden via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde circulatieruimte;
  • in functioneel opzicht zelfstandig zijn.

(Artikel 1.1.1, §2, 44°/1 Energiebesluit)

Niet-residentieel gebouw

Een gebouw met een niet-residentiële hoofdbestemming met uitzondering van:

  1. alleenstaande gebouwen met een totale bruikbare vloeroppervlakte van minder dan 50 m2;
  2. tijdelijke gebouwen die in principe niet langer dan twee jaar worden gebruikt;
  3. gebouwen die worden gebruikt voor erediensten en religieuze activiteiten;
  4. industriële gebouwen;
  5. werkplaatsen;
  6. opslagplaatsen voor niet-industrieel gebruik;
  7. gebouwen van een landbouwgebouw die niet voor bewoning bestemd zijn;
  8. elektriciteitscabines.

Niet-residentiële eenheid

Een gebouweenheid met niet-residentiële hoofdbestemming, met uitzondering van:

  1. eenheden in tijdelijke gebouwen die in principe niet langer dan twee jaar worden gebruikt;
  2. eenheden die worden gebruikt voor erediensten en religieuze activiteiten;
  3. werkplaatsen;
  4. opslagplaatsen voor niet-industrieel gebruik;
  5. eenheden van een landbouwgebouw die niet voor bewoning bestemd zijn;
  6. elektriciteitscabines.

EPN-eenheid

Elke eenheid van aangrenzende lokalen die in hetzelfde gebouw liggen, die het voorwerp zijn van werken van dezelfde aard, die ontworpen of aangepast zijn om afzonderlijk te worden gebruikt en die een niet-residentiële bestemming hebben met uitzondering van industriële gebouwen.

EPW-eenheid

Elke eenheid van aangrenzende lokalen die in hetzelfde gebouw liggen, die het voorwerp zijn van werken van dezelfde aard, die ontworpen of aangepast zijn om afzonderlijk te worden gebruikt, die een residentiële bestemming hebben en slechts één wooneenheid bevatten.

Footnotes

  1. Artikels 9.2.3 & 9.2.8 van het energiebesluit

  2. Artikels 9.2.3, 9.2.3/1, 9.2.8 en 9.2.8/1 Energiebesluit.

  3. Artikel 1.1.1 Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid